Het begin van de rederijkerstijd:
De Rederijkerstijd was een overgangsperiode. De Middeleeuwen waren afgelopen en de Renaissance was nog niet begonnen. In de steden gingen hierdoor steeds meer mensen met dezelfde beroepen bij elkaar wonen. Zij verenigden zich in gilden, een soort vakbond. Deze vakbonden hadden ruimtes waar ze over literaire onderwerpen spraken. De rijkere burgers verzamelden zich in een ruimte die men de rederijkerskamer noemde.
Deze kamer was voor 'iedereen' toegankelijk, maar in de praktijk kwamen er alleen maar gegoede burgers, waaronder bijvoorbeeld regeringsleden.
De gewone burgers hadden namelijk geen tijd, ze moesten immers werken.
Vooral de periode tussen 1430-1550 staat bekend om de rederijkers.
Overal in Nederland werden rederijkerskamers opgericht. De rederijkerskamers speelden een grote rol in het literaire leven van de laatmiddeleeuwse stad. Ze hielden zich onder andere bezig met literaire wedstrijden en maakte propaganda.
Doordat de rederijkerskamers steeds belangrijker werden in Nederland, werd in grote steden de stadsrederijker ook steeds belangrijker. Het was een soort van visite kaartje voor de stad en veel steden deden dan ook veel moeite om een goede stadsrederijker te bemachtigen. Het ging zelfs zo ver dat steden andere rederijkers weg kochten bij andere steden of rederijkers een contract aanboden voor het leven, om er voor te zorgen dat ze niet weg gingen.
Wat is de kracht van de Rederijkers?
Doordat de Rederijkers steeds belangrijker werden, stonden ze veel hoger aangeschreven dan de gilden. Ze hadden hiervan vele voordelen. Wel moesten ze zich, als tegenprestatie, vaak vertonen bij bijvoorbeeld intochten of andere feesten. Vandaar dat het in de gedichten en toneelstukken voorkwam dat ze de mensen begroetten, bedankten voor hun aanwezigheid en vroegen of het stuk in de smaak was gevallen.
Steeds meer mensen zagen de toneelstukken van de rederijkers en hierdoor werden die steeds bekender.
Doordat de rederijkers zoveel mensen konden vermaken en bereiken, konden ze het podium gebruiken om hun idealen over te brengen op het publiek. Dit deden ze vooral in de 16e eeuw, toen de hervorming een grote bloei maakte. Hierdoor namen de macht en de bezittingen van de rederijkers in in de loop der jaren toe. Ze maakten nu nog meer gebruik van de bescherming van de overheid en vertoonden zich op de hoogste en belangrijkste dagen. Hierdoor bereikten ze een nog groter publiek, waardoor hun idealen sneller werden verspreid.
jjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjOok met de manier waarop ze speelden, bereikten ze veel mensen. Ze hadden verschillende spelen, waarmee ze ook de analfabeten konden bereiken. Zo hadden ze Esbattementen ( toneelstuk vol humor), moraliteitsspelen (waarin het moraal centraal stond) en mirakelspelen (spelen waar wonderen een grote rol in hadden). Ook de pracht van hun vertoningen, de ernst en de humor van hun spelen en hun vrije kritiek op de kerk en maatschappij, maakte hen groot bij het volk en de overheidspersonen, die hun op de markt of het stadhuis zagen spelen.
Het doel met hun spelen van Sinne, was het volk te richten op de misstanden van de kerk en de maatschappij. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld de ongebonden levenswijze van de grote staat en sommige priesters, de oplichterij van de handelswijze en dat de leer die ze gaven niet overheen kwam met hoe ze zelf handelden. Elke uiting van ontevredenheid en kritiek kon in het spel van de Rederijkers onder woorden worden gebracht.
Landjuweel:
Er werden ook vaak wedstrijden georganiseerd door een bepaalde rederijkerskamer tussen verschillende rederijkerskamers. Deze wedstrijden werden ook wel landjuwelen of refreinfeesten genoemd. De organiserende kamer stuurde een brief of kaart naar de rederijkerskamers die men wilde uitnodigen. De mooiste werken van de rederijkers werden bekroond met juwelen (met een stedelijk of regionaal karakter) of landjuwelen (met een bovenregionaal karakter). Deze (land)juwelen waren meestal zilveren schalen. De wedstrijd werd aan strikte regels onderworpen en ging gepaard met veel geld. De rederijkerskamer die het landjuweel gewonnen had, moest het volgende landjuweel organiseren en moest telkens de te winnen prijs verhogen. Er is echter geen vaste regelmaat terug te vinden in de organisatie van het landjuweel, dit heeft te maken met de woelige politiek en de religieuze periode waarin de landjuwelen georganiseerd werden.
Het eerste landjuweel dat bekend is, werd gehouden te Oudenaarde in 1413. Dan volgen Veurne (1419), Duinkerke (1426), Brugge (1427), Mechelen (1427), Leuven (1518), Diest (1521), Brussel (1532), Mechelen (1535), Gent (1539), Diest (1541), Antwerpen (1561), enz. Tussen 1431 en 1620 werden meer dan 60 landjuwelen georganiseerd. Ze groeiden uit tot feestelijkheden die dagen en soms zelfs weken duurden.
Belangrijkste rederijkerskamer:
De misschien wel belangrijkste rederijkerskamer in Nederland bevond zich in Amsterdam. Deze kamer heette de Eglantier, maar hij wordt ook vaak met zijn motto of zinspreuk In Liefd' Bloeyende aangeduid. Haar blazoen vertoonde een kruisbeeld met een bloeiende wilde roos.
Beroemde rederijkers: Elke rederijkerskamer had een beschermheer of prince, een deken (voorzitter) en een factor (een tekstdichter). Zo was Anthonis de Roovere factor van de Brugse rederijkerskamer 'De Heilige geest'. Te Antwerpen moet 'de violier' en te Amsterdam 'de Eglantier' genoemd worden. Ondanks dat de meeste rederijkers zich min of meer anoniem in kamers ophielden, zijn er toch enkele rederijkers die er boven uitstaken. De meest bekende rederijkers van Nederland waren:
- Lucas de Heere
- Jan van Doesborch
- Jan van Stijeevoort
- Jan van den Berghe
- Robert Lawet
- Anthonis de Roovere.
Beroemde leden van 'De Eglantier' waren onder meer Laurens Reael Hendrik Laurens. Spiegel, Roemer Visscher en Dirck Volkertsz. Coombert.
Toneelstukken: Na de val van Antwerpen in 1585 ( de Spaanse furie) was de glorietijd van de rederijkerskamers van de zuidelijke Nederlanden afgelopen. Verscheidene nieuwe kamers werden opgericht in de noordelijke Nederlanden door Vlaamse uitwijkelingen of vluchtelingen. Deze kamers ontstonden vaak met de bedoeling om enkel en alleen toneel- en dichtkunst op te voeren. De rederijkers organiseerden ook wedstrijden tussen kamers uit vele gewesten, namelijk hun landjuwelen. Deze landjuwelen groeiden uit tot festiviteiten die dagen of soms weken konden duren. Daardoor ging de kwaliteit van de literaire werken achteruit. De rederijkers waren toen te veel gefixeerd op de techniek van het dichten. Toch ontstonden er twee meesterwerken, namelijk het allegorische toneelstuk Den Spyeghel der Salicheyt van Elkerlyc en het mirakelspel Mariken van Nieumeghen. De rederijkers hadden een belangrijke maatschappelijke rol. Zij hadden een grote invloed op de ontwikkeling van het Nederlands, maar hun populariteit heeft toch niet kunnen verhinderen dat er later met minachting over hun gesproken zou worden.
De toneelstukken afkomstig van de rederijkers kunnen we opdelen in drie grote genres, namelijk:
• De Vroede of ernstige spelen. Deze handelen onder andere over heiligen, bijbelse gebeurtenissen, geloofsmysteries, mirakelen van Christus en Maria en over menselijke deugden en ondeugden. (vb. Mariken van Nieumeghen)
• De Sotte of komische spelen. Deze kunnen we opdelen in tafelspelen en esbattementen. Tafelspelen zijn korte kluchtige dialogen die slecht over een thema handelen. Esbattementen zijn stukken die de draak steken met menselijke ondeugden en wantoestanden.
• De Amoureuze spelen. Deze handelen over de liefde.
Mariken van Nieumeghen
Mariken van Nieumeghen is één van de populairste rederijkersspelen.
Het rederijkersspel handelt over de mens die zijn ziel verkoopt aan de duivel. Dit toneelstuk is geschreven in rijmvorm, afgewisseld door prozastukken, maar die vertellen enkel iets over de situatie. De grote boodschap die achter dit stuk schuilt is van religieuze aard, namelijk wie vergiffenis vraagt na een leven vol zonden. Deze kan die krijgen van de heilige maagd Maria. Er is veel geloof en bijgeloof in verwerkt. Zo is er bijvoorbeeld de duivel verkleed als een mens. Men kan hem alleen herkennen aan een gebrekkig lichaamsdeel, zoals een ontbrekend oog. Het bijgeloof van de maatschappij wordt weerspiegeld door de heksen. Deze zijn ook van de partij in Mariken van Nieumeghen.
Elckerlijc
Elckerlijc is waarschijnlijk het meest gespeelde en bewerkte spel van de rederijkers. Het verhaal heeft een tijdloos motief, namelijk dat de mens geroepen wordt om de dood onder ogen te zien. “Iedereen wordt voor God geroepen om rekening af te leggen.” Elckerlijc is een Sinnespel, omdat de voorgaande zin de grondslag van het werk is. Het toneelstuk is een allegorie, er treden voortdurend personificaties op, bijvoorbeeld Deugd, Kennisse, Vroedschap, Kracht, Schoonheid enzovoort. De dood kondigt Elckerlijc aan dat hij gaat sterven. Elckerlijc vraagt gezelschap, maar niemand wilde met hem meegaan. Kennisse brengt Elckerlijc dan bij de biecht en door die biecht wordt de deugt genezen. Hij begeleidt samen met vijf andere Sinnen Elckerlijc naar het graf en gaat als enige mee naar de hemel.
De invloed van de rederijkers op de Nederlandse taal:
De taal van de rederijkers bevatte veel vreemde woorden, ook wel de 'bastaardwoorden' genoemd. Dit waren woorden die voor een groot deel door de rederijkers zelf gemaakt werden. Tijdens het dichten konden de rederijkers geen woorden vinden die goed konden rijmen met de daarvoor geschreven zin. Ze verzonnen daarom woorden met hun eigen betekenis om zo hun gedichten kloppend te maken.
Vanaf het midden van de zestiende eeuw kwamen er stemmen op voor taalzuivering; steeds meer mensen zagen de bastaardwoorden als een bederf van de taal. De humanisten waren de felste die streden voor de taalzuivering, maar ook een aantal rederijkers, wie aanvankelijk de grootste introducés waren van de 'bastaardwoorden', gingen pleitten voor het vermijden van taalbederf. In de 17e eeuw was Nederland nog een gebied met verschillende dialecten, maar zonder een echte standaardtaal. In die tijd begon de ontwikkeling van een nieuw taalbewustzijn. De rederijkerskamers hadden hier een grote invloed op. Joost van den Vondel schreef hierover: 'Neemt hy voor in Nederduitsch, zijn moederlijcke tale te zingen; des hoeft hy zich zoo luttel te schamen als de Hebreen, Griecken, Latijnen...Wat onze spraeck belangt, die is, sedert weinige jaren herwaert, van bastertwoorden en onduits allengs geschuimt, en gebouwt, en geeft den leerling nu veel vooruit..." (J.van Vondel, Aenleiding ter Nederduitse Dichterkunste, 1650)'
Hij zegt dat als iemand in het Nederduits gaat zingen, hij zich niet hoeft te schamen, want sinds een paar jaar is de taal van basterd- en onduitse woorden gezuiverd. Hij is taalbewust en hij vind dat het nu beter is, de Nederlandse taal is nu gezuiverd.
Het streven naar een algemene standaardtaal heeft de gehele 17e eeuw gedomineerd en heeft zich tot in de 20e eeuw voortgezet. De rederijkerstijd was een tijd waarom door een aantal mensen de ontwikkeling van de taal belangrijker werd gevonden dan hun eigen belang. De rederijkers hadden veel verschillende functies in de maatschappij en daarom een groot aanzien. Ze hebben ervoor gezorgd dat de taal en zijn ontwikkeling in de aandacht kwam en nog steeds is.
Literatuuropgave:
- Laagland
- Eldorado
- http://users.telenet.be/gaston.d.haese/rederijkers_noorden.html
- http://s2.ned.univie.ac.at/Publicaties/taalgeschiedenis/nl/rederijkers.htm
- http://users.telenet.be/gaston.d.haese/rederijkers_noorden.html
- http://www.kb.nl/dichters/bredero/bredero-04.html
- http://www.dbnl.org/tekst/dixh002repe01_01/dixh002repe01_01_0016.htm
- http://www.bertsgeschiedenissite.nl/middeleeuwen/eeuw15/rederijkers.htm
- http://home.scarlet.be/~jan195/geschiedenis/middeleeuwen.htm
Geen opmerkingen:
Een reactie posten